15-11-2018 | Op donderdagavond, 15 november, was Nina Polak op uitnodiging van de SLD naar VanSlag in Borger gekomen, om daar te spreken over haar roman Gebrek is een groot woord. Nadat ze, gehaast en een beetje verlaat door het drukke verkeer, binnengekomen was, leek ze zich al gauw op haar gemak te voelen. Ze prees de Drentse literatuurclubs, dat die niet voor het gemakkelijke succes gegaan waren, maar dat ze een eigen koers durfden te varen door voor haar boek te kiezen. “Natuurlijk is het fijn dat mijn boek goed verkocht wordt, niet alleen voor mijn financiën, maar je wilt natuurlijk ook graag dat veel mensen je boek lezen.”
Tijdens het gesprek dat geleid werd door bespreker Klaas van der Schaaf bleek dat Nina zelf ook niet voor de makkelijke weg koos. Ze liet de vragen goed op zich inwerken en nam zichtbaar de moeite tot de kern van de vragen door te dringen en op de kern van die vraag in te gaan. Ze zocht naar een formulering die recht doet aan de intentie van de vraag. Ze vertelde dat ze ook zo schreef: ze zoekt net zo lang naar de juiste woorden, voor ze tevreden is over een zin. Daarna komt de volgende zin. Het moet er in één keer goed staan en later blijven de meeste zinnen ongewijzigd staan. “Het gevolg is wel, dat ik heel langzaam werk, soms maar 300 woorden op een dag.” Omdat het schrijven van een roman wat dit betreft volkomen ander werk is dan het schrijven van journalistiek werk, wil ik graag langere tijd achter elkaar kunnen doorwerken. Ik heb dan ook bij De Correspondent, waar ik een vaste baan heb, bedongen dat ik soms drie maanden onbetaald verlof kan opnemen.
De boeken van Nina Polak zijn niet autobiografisch, maar, vertelde ze, “als je me wilt leren kennen, moet je mijn boeken lezen, want al mijn boeken komen natuurlijk wel voort uit mijn geest. Ik wil de lezers ook geen boodschap meegeven, maar de lezer mag meekijken met wat de personages tussen twee kaften in beleven.” Wel wil ze dat mensen nadenken over de thema’s van haar boeken. Hechting is zo’n thema. De hechtingstheorie gaat ervan uit dat een kind zich veilig moet voelen, om zich later te kunnen hechten. Als deze theorie klopt, gaan mensen die zich niet kunnen hechten uiteindelijk kapot. Polak vraagt zich af of dit wel zo is. Kan een (stads)nomade niet gelukkig zijn, als die zich niet hecht. Misschien voelt die zich wel thuis overal waar ze zich bevindt.
Doordat Polak zorgvuldig formulerend vaak diep op de vragen inging, moesten de toehoorders goed bij de les blijven. Wie dit kon opbrengen en het boek aandachtig gelezen had, heeft niet alleen een leuke avond gehad, maar ook een zinvolle,