februari 2014 | ‘I’am just a guy who’s trying to change the world.’
140 bezoekers pasten er precies in cultureel centrum Vanslag in Borger. Daarmee was de schrijversavond met Stefánsson helemaal uitverkocht. Interviewer Roald van Elswijk, die Scandinavische talen heeft gestudeerd, had zich goed ingelezen en -geleefd in de gast van die avond. Zo ontstond er in een ontspannen sfeer een gesprek waarbij beide deelnemers elkaar geregeld de bal toespeelden.
Eerst ging het over de trilogie, waarvan Het verdriet van de engelen deel uitmaakt. Stefánsson vertelde dat hij een slechte planner is, zodat het werk dat aanvankelijk één boek zou worden uitdijde tot een trilogie. Het idee voor het boek ontstond toen de auteur op de radio iets hoorde over een rijke vrouw die zich rond 1860 aan haar lot probeerde te ontworstelen. De periode eind negentiende eeuw is interessant, want voor dit tijd kende IJsland een statische maatschappij. Rond 1900 echter begint de moderne tijd, waarin de mensen in beweging komen en proberen zich te ontworstelen aan de druk van de omgeving.
Natuurlijk ging het gesprek ook over taal. Stefánssons werk wordt geprezen om zijn poëtisch taalgebruik. De schrijver, die ooit als dichter begon, vindt dat we ons niet druk moeten maken om de vraag of zijn werk nu poëzie of proza is, dat verschil doet er niet toe. Literatuur doet er wel toe, want dat laat ons op een nieuwe manier naar de wereld kijken. Natuurlijk zijn Stefánssons boeken IJslands, maar de thematiek is universeel en hopelijk kan iedereen er iets in herkennen. Boeken zijn dus belangrijk, ze kunnen de wereld veranderen, “maar”, voegt Stefánsson er bescheiden aan toe: “de schrijver is niet belangrijk”.