De onvermijdelijke climax van ‘De beesten’

Home / Nieuws / De onvermijdelijke climax van ‘De beesten’
De onvermijdelijke climax van ‘De beesten’

7-5-2024 | Veel kwam er aan bod in het interview van Coen Peppelenbos met Gijs Wilbrink over zijn debuut De Beesten, 28 april in Oosterhesselen. Uiteraard de Achterhoek, streektaal, de ontstaansgeschiedenis van het boek, de stijl, zelfs de ijsvogel van Vincent van Gogh kwam ter sprake.
De Beesten is een boek dat zeer uiteenlopende reacties oproept. Zowel bij lezers als bij recensenten. Dat begon al met de eerste scene waarin de 9-jarige Tom Keller van zijn ooms een konijn dood moet schieten. Dat is niet uit een of andere morbide fantasie van Wilbrink ontsproten. ‘’Het is een letterlijke anekdote van mijn oom die als 10-jarige mee moest om te stropen omdat er na de oorlog anders geen eten op tafel was. Ik ben met dat verhaal opgegroeid en heb het zelf niet als heftig ervaren. Dan denk ik eerder aan de bloedspuwende pastoor.’’
Groteske scenes. Wilbrink vindt het leuk om die te schrijven. ‘’Die vrijheid geef ik mijzelf graag. Maar het moet wel passen in het verhaal.’’ Dat sommige recensenten mede om dit soort scenes menen dat het boek ‘te vol’ is, zeker voor een debuut, dan is dat maar zo. Hij bewondert de stijl van schrijvers als William Faulkner, en, dichter bij huis, Jeroen Brouwers.
Lang was hij in De Beesten op zoek naar de juiste toon. ‘’Wie moest ik het verhaal laten vertellen? Ik dacht eerst aan een soort geest van het dorp. Pas later kwam ik op het idee om het verhaal door Annie, de tante van Isa, te laten vertellen. Toen viel het op zijn plaats.’’
Het verhaal kent een zeer gewelddadige climax. ‘’Het boek kan naar mijn idee niet anders eindigen dan dat Isa haar oom zou doodschieten met hetzelfde geweer als waarmee de 9-jarige Tom zijn eerste konijn doodschiet. Ik gebruik er letterlijk dezelfde zin voor.’’
En hoe zit het nu met die ijsvogel die opduikt als Isa voor de eerste keer bij de gevangenis komt waar haar opa zit? Ook die is daar niet zomaar. Wilbrink: ‘’Dat is een van de 21 schilderijtitels van Van Gogh die in het boek verwerkt zijn.’’

Lees ook de column van boekbespreker Coen Peppelenbos op zijn literair weblog Tzum: De ijsvogel bij Gijs Wilbrink